‘Binnen de A10 gebeuren dingen die je nergens anders ziet’

Om de 2,1 miljoen monden in de regio GrootAmsterdam te voeden, is het gebied vrijwel volledig afhankelijk van de productie elders. Het geringe aantal boerenbedrijven in het gebied loopt terug. Desondanks is er ruimte voor de agrarische sector om in te spelen op de toenemende behoefte aan (regionale) duurzame voedingsproducten. De mogelijkheden om de voedselsector te verduurzamen liggen verder vooral aan het eind van de keten. Bij de horeca en de consument.

De regio GrootAmsterdam, dat naast de hoofdstad ook steden als Almere, Haarlem, Zaanstad, Hoofddorp en de omliggende kernen in het Groene Hart en de regio IJmond omvat, behoort tot de dichtstbevolkte gebieden van het land. De agrarische sector is er relatief klein en wordt gekenmerkt door grasland en melkvee in het Groene Hart, de akkerbouw in de Haarlemmermeerpolder en visserij in IJmond. ‘Wie de voedingsketen in deze regio wil verduurzamen, kan zich het beste richten op het terugdringen van voedselverspilling bij horeca en consumenten.’ Dit zegt Lambert van Horen, onderzoeker bij Rabobank Nederland. ‘Daar valt de meeste winst te behalen.’

Ongeveer een derde van al het geproduceerde voedsel belandt momenteel in de vuilnisbak. Dat komt neer op zo’n 36 kilo voedsel per persoon per jaar. Voor de regio Groot-Amsterdam, dat zo’n 2,1 miljoen inwoners telt, betekent dit een dagelijkse verspilling van 200.000 kilo. Voor de beeldvorming: daar kun je acht grote vrachtwagens tot de nok toe mee vullen.

Food Forward Track

Begin dit jaar ging in Groot-Amsterdam de Food Forward Track van start, een initiatief van de Rabobank waarin een groep professionals uit alle gelederen van de voedselindustrie samen op zoek gaat naar oplossingen voor regionale voedselvraagstukken. Ter voorbereiding op de Track analyseerde Van Horen het huidige voedsellandschap en bracht hij in kaart waar de grootste kansen en uitdagingen liggen.

Die kansen ziet Van Horen met name aan het eind van de voedselketen. Typerend voor de regio Groot-Amsterdam, en dan vooral voor de hoofdstad zelf, is het buitengewoon hoge aantal horecaondernemingen. ‘Al die hotels, restaurants en cafés creëren veel werkgelegenheid, maar er gaat ook een hoop goed voedsel verloren. Denk bijvoorbeeld alleen al aan al die ontbijtbuffetten in hotels. Natuurlijk vindt voedselverspilling in de hele keten plaats, maar bij de boeren die hier gevestigd zijn, vind je in deze regio niet het laaghangend fruit’., zegt Van Horen.

De onderzoeker constateert in de Regioscan ook dat de voedselgewoontes van de Amsterdamse consument aan het veranderen zijn. ‘Nergens in Nederland worden meer vlees- en zuivelvervangers verkocht dan hier. Daarnaast is er een toename in de vraag naar biologisch en regionaal geteeld voedsel. De trend van lokaal eten biedt kansen voor agrariërs in de omgeving.

Lokaal eten

‘Amsterdam is qua voedselgewoontes echt een unieke plek in Nederland. Binnen de A10 gebeuren dingen op voedselgebied, die je in de rest van het land (nog) niet ziet. Consumenten, maar zeker ook de horeca zijn meer genegen te experimenteren, om zich op die manier te kunnen onderscheiden’, zegt Van Horen. ‘Het verdienmodel voor boeren zit hem in deze regio dus niet zozeer in massaproductie, maar in het aanbieden van een nicheproduct, dat interessant is voor de regionale markt.’

Kansen liggen er voor boeren ook in de multifunctionele landbouw en in het zoeken van verbinding met de burger. ‘De consument in deze regio staat binnen Nederland misschien wel het verst van de agrarische wereld af. Dat maakt verbreding van het boerenbedrijf, bijvoorbeeld door het aanbieden van educatieve projecten, hier extra relevant. Hier zitten de mensen die je wilt bereiken’, aldus Van Horen.

Amsterdamse haven

Naast de horeca vervult Amsterdam ook op handelsgebied een belangrijke rol. De Amsterdamse haven is een belangrijke logistieke hub voor de export van voedsel naar West-Europa. De trend van lokaal voedsel vormt voor de handelspositie in ieder geval geen bedreiging.

‘Minder dan 5 procent van de producten binnen het huidige voedingspatroon kan uit de eigen regio worden gehaald. Aardappelen bijvoorbeeld, en zuivel. Maar die productie is op dit moment vrijwel volledig gericht op export’, zegt Van Horen. Bovendien is de Amsterdamse haven grotendeels gericht op de in- en doorvoer van exotische producten. De Nederlandse import van cacao, koffie en noten loopt vrijwel allemaal via de Amsterdamse haven, terwijl de agrarische productie uit Nederland veelal via de weg wordt geëxporteerd.

‘Die zelfvoorzieningsgraad zal ook niet snel stijgen’, verwacht Van Horen, ‘simpelweg omdat de veenweidegebieden in deze regio niet geschikt zijn voor intensievere vormen van landbouw. Daarnaast is de landbouwgrond in deze regio bovengemiddeld duur.’ Uit cijfers van het CBS blijkt dat het aantal boerenbedrijven in Groot-Amsterdam de afgelopen twintig jaar is gehalveerd. ‘De toestroom van toeristen en het aantal hotelovernachtingen is daarentegen alleen maar toegenomen’, benadrukt de onderzoeker nog maar eens. ‘Daar liggen de grootste kansen, want het einde van die ontwikkeling lijkt nog niet in zicht.’

Tekst Marlie van Zoggel